Mogelijk oplossing tegen bacterievuur
Dick de Kat Angelino, appel- en perenteler in Kesteren en
bestuurslid van NFO, wijst erop dat zowel laanboomkwekers als fruittelers in
het hele gebied alert moeten blijven op het voorkomen van verspreiding van bacterievuur.
"In verkennende gesprekken met laanboomkwekers die controles laten uitvoeren
door Naktuinbouw, denken we aan nieuwe methoden om bacterievuur te traceren,
zoals de inzet van drones.â€
"Bacterievuur, veroorzaakt door de bacterie Erwinia
amylovora, kan veel schade aanrichten in de fruit- en boomteelt, maar ook in tuinen,
plantsoenen, parken, natuur en landschappen. Laanboomtelers zijn verplicht om
hun percelen te laten controleren door medewerkers van Naktuinbouw, omdat ze
hun bomen alleen gecertificeerd bacterievuurvrij mogen exporteren. Voor
fruittelers geldt een dergelijke verplichting niet, omdat vruchten geen
besmettingsgevaar vormen, maar ook voor hen is het van groot belang dat ze hun
percelen goed in de gaten houden.â€
"Bacterievuur komt al in het voorjaar voor, maar vooral
bij broeierig weer in juni, juli en tast het de bloesems, bladeren en twijgen van
bomen aan. Het kan overwaaien door een boom van een ander perceel of uit een
andere tuin, maar het kan ook overgebracht worden door insecten of vogels.
Chemische middelen om het te bestrijden mogen niet meer gebruikt worden. D aarom
is het bij aantasting van een boom, de bloesems, bladeren en twijgen kleuren
dan bruinzwart en verdorren, van belang om een aangetaste boom meteen te rooien
en vernietigen, om verspreiding in te dammen. Daarbij is hygiënisch werken
essentieel.â€
Het ene fruitras is gevoeliger voor aantasting door
bacterievuur dan het andere. "Verschillende oudere rassen zijn gevoeliger voor
bacterievuur dan nieuwe. Die worden juist vaak geplant door hobbymatige telers
die soms niet weten dat bacterievuur bestaat. Daarom is het van belang dat het
hele gebied gecontroleerd wordt. Ook binnen de grootschalige fruitteelt zie je
dat sommige rassen gevoeliger zijn dan andere. Dat heeft met name te maken met
de nabloei die de rassen hebben. Maar we moeten ook letten op andere bomen en
struiken in de omgeving, zoals onder meer de meidoorn en vuurdoorn die eveneens
bacterievuurgevoelig zijn en de bacterie kunnen verspreiden. Daarvoor bestaan
ook alternatieven, zoals onder meer de sleedoorn.â€
"De laatste jaren is bacterievuur goed onder controle
gehouden en komen grootschalige uitbraken niet meer voor. In de jaren tachtig
had je soms wel eens percelen die voor een derde gerooid moesten worden.
Jongere telers hebben dat niet meegemaakt, maar letten ook goed op. Gemeenten
stimuleren de laatste jaren ook dat er minder bacterievuurgevoelige plantsoenen
komen. Samen met de laanboomtelers kijken we naar mogelijkheden om het hele
gebied te kunnen controleren op bacterievuur. We onderzoeken het inzetten van
drones daarbij, die tegelijkertijd andere taken voor de laanboom- en fruitteelt
kunnen uitvoeren. Wellicht zijn er nog andere mogelijkheden. Als fruittelers en
laanboomtelers blijven we in gesprek.â€